Klimaatmoeheid? Go Local met de SDG-monitor

13 November 2021

Het was prominent nieuws de voorbije weken: de onderhandelingen van de Vlaamse regering over een nieuw klimaatakkoord misten de start van de COP26 in Glasgow. Een groot deel van de parlementsleden vond het akkoord niet de moeite waard om zijn vakantie uit te stellen, en de resultaten ervan zijn ook navenant. De doelstellingen van het akkoord liggen ver onder wat Europees van België verwacht wordt. De Vlaamse regering kreeg dan ook felle kritiek vanuit verschillende hoeken, zoals de federale Minister van Milieu Zakia Khattabi en allerlei klimaatorganisaties. Maar zelfs al had Vlaanderen een meer ambitieus plan voorgesteld, dan nog blijven de voornemens van de andere participanten aan de conferentie ver onder wat nodig zou zijn om de impact van de klimaatwijziging in te perken.

En de burger die door het Vlaams Parlement vertegenwoordigd wordt?

Het geherrebek van de politici, het sjacheren met procenten, het focussen op cijfermatige doelstellingen, … Het gaat allemaal voorbij aan wat uiteindelijk het doel van deze overheidsactie zou moeten zijn: het redden van de planeet. De tienduizenden mensen die de voorbije jaren voor het klimaat op straat kwamen en de honderdduizenden anderen die hen steunden, kijken met lede ogen toe. Zij worden het slachtoffer van een groeiende klimaatmoeheid, het gevoel dat de vele inspanningen die zij dagdagelijks doen, geen enkele klimaatwinst opleveren. Politici lijken zich weinig aan te trekken van deze roep om verandering vanuit de bevolking. Integendeel, met dit nieuwe akkoord speelt de politiek de bal zelfs terug naar die bevolking, door de nadruk te leggen op individuele verantwoordelijkheid.

De politiek ontdoet zich van haar verantwoordelijkheid

De twee pijlers van het Vlaamse klimaatakkoord - het inzetten op een elektrificatie van het wagenpark en het isoleren van privé-woningen - leggen de last voor de te behalen doelstellingen grotendeels bij de Vlaamse gezinnen.  De landbouw wordt slechts in beperkte mate aangesproken en over de industrie wordt bijna niets gezegd.

Net zoals sommige multinationals op hun verpakkingen hun consumenten aanmanen om te recycleren, krijgen de gezinnen eens te meer de de boodschap dat zij het probleem moeten oplossen. Dit ondanks het feit dat individuele actie slechts een beperkte impact op de klimaatdoelstellingen kan hebben. Zo kan de impact van een volledige omschakeling naar elektrisch rijden met een paar cruiseschepen in de haven van Antwerpen ongedaan gemaakt worden.  

De politiek ontdoet zich van haar verantwoordelijkheid

De twee pijlers van het Vlaamse klimaatakkoord - het inzetten op een elektrificatie van het wagenpark en het isoleren van privé-woningen - leggen de last voor de te behalen doelstellingen grotendeels bij de Vlaamse gezinnen.  De landbouw wordt slechts in beperkte mate aangesproken en over de industrie wordt bijna niets gezegd.

Net zoals sommige multinationals op hun verpakkingen hun consumenten aanmanen om te recycleren, krijgen de gezinnen eens te meer de de boodschap dat zij het probleem moeten oplossen. Dit ondanks het feit dat individuele actie slechts een beperkte impact op de klimaatdoelstellingen kan hebben. Zo kan de impact van een volledige omschakeling naar elektrisch rijden met een paar cruiseschepen in de haven van Antwerpen ongedaan gemaakt worden. 

Maar dit is niet het geval op alle niveaus

Niet alle politici hebben echter dezelfde dovemansoren. Uit nieuw onderzoek bij UNU-CRIS blijkt dat er heel wat beweegt op lokaal niveau. Samen met IDEA consult heeft UNU-CRIS in oktober de nieuwste editie van de Sustainable Development Goals-monitor gelanceerd. Deze monitor brengt de verwezenlijkingen van alle 300 Vlaamse steden en gemeenten in kaart. Op basis van bijna honderd indicatoren, schept dit instrument een beeld van hoe de gemeente presteert. Dit niet alleen in termen van CO2-uitstoot, maar ook in termen van andere duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zoals duurzame energie, schoon water en sanitair, gendergelijkheid, kwaliteit van onderwijs, enz. Één van de belangrijkste conclusies is dat gemeentebesturen een heel belangrijke impact kunnen hebben op duurzame ontwikkeling.

Waar de stem van de grassroots-klimaatbeweging het duidelijk niet haalt tot op Vlaams niveau, blijken steden en gemeenten meer bevattelijk voor de wensen van hun burgers. Zij staan dichter bij de bevolking, en kunnen blijkbaar gemakkelijker in beweging gebracht worden. De good practices die zij uitwerken, kunnen via de politieke kanalen doorgespeeld worden naar het Vlaamse en het federale niveau. Dit is dan ook een oproep naar elke vermoeide klimaatactivist: Raadpleeg de SDG-monitor. Kijk naar de verwezenlijkingen van het eigen lokale bestuur. Identificeer wat goed gaat en wat niet, en ontwerp op basis daarvan een actieplan. Stoffeer het met de bereikte resultaten (good én bad practices)  van andere gemeenten. Trek ermee naar de lokale politici, nu, vóór de verkiezingen van 2024. Neem het heft terug in handen.